Man en Priester
Er komt een man van middelbare leeftijd bij een priester. Hij zegt, “Priester, ik heb nog maar een paar jaar te leven en heb besloten dat ik toch wel in de hemel wil komen. Ik heb wat onderzoek gedaan en het katholicisme lijkt mijn beste kans. Ik ben al aan de slag gegaan, heb me laten dopen en de heilige communie gedaan. Ik ga ook elke maand op de biecht en heb een handige app ontwikkeld om mijn zonde bij te houden en mij eraan te herinneren als ik weer moet gaan. Ik kom bij u voor nog meer tips.”. De priester kijkt hem enigszins verbijsterd aan en zegt, “Maar meneer, u moet wel geloven.”. De man maakt een notitie en mompelt, “Ik moet geloven.”. De priester, “Nee, u begrijpt me niet. U moet ECHT geloven.”. “Ik moet ECHT geloven.” herhaalt de man terwijl hij “geloven” onderstreept in zijn notitieblok. “Dank u Priester, ga door!”
Bv Ik en the Borg
Groepsverband
Ik begeleid studenten het liefst in groepsverband. Deze voorkeur is niet ontstaan uit gemakzucht. Het begeleiden van een groep is helemaal niet gemakkelijker dan een individu. Ik moet me beter voorbereiden en tijdens de bijeenkomst ook alerter zijn. Ik prefereer het omdat het vaak effectiever is dan individuele begeleiding. Het klinkt misschien tegenstrijdig maar het individueel leerproces komt beter tot zijn recht in een klas.
In de praktijk hoor ik vaak heel andere opvattingen over klassikaal onderwijs. De ene partij stelt efficiëntie voorop en ziet deze onderwijsvorm daarbij als onvermijdelijk, hoewel niet elke leerling dan de aandacht krijgt die ze verdient. Anderen zien het klassikaal onderwijs hierdoor juist als onacceptabel. De individuele ontwikkeling wordt ermee teveel begrensd. Slechts weinigen lijken klassikaal onderwijs te zien als essentieel voor het leerproces. Ik ben die mening wel toegedaan en wil dit essay daaraan wijden.
Kokschool oftewel Student 3.0
2025
Op mijn werk aan de Radboud Universiteit werd mij gevraagd om prognoses te doen over de student van de toekomst. Hoe ziet deze er uit in het jaar 2020 of 2025? Wat wordt van hem en haar verwacht? Zullen ze hele andere capaciteiten moeten ontwikkelen dan nu het geval is?
Ik ben meteen voorzichtig in het uiten van sterke claims. Als jongetje was ik erg geïnteresseerd in science fiction en keek ik veel naar films en series over de toekomst. Allerlei prachtige high tech avonturen vermaakte de kijker maar toen de betreffende jaartallen daadwerkelijk langs kwamen (1984, 1999, 2001 of 2010), bleek het toch allemaal mee te vallen. De in beeld gebrachte veranderingen van menselijke behoeften, gedragingen en vermogens werden danig overschat. Ik ben dus sceptisch over al te grote uitspraken over 2025.
Ivan de Verschrikkelijke
Westerse bekrompenheid
Momenteel begeleid ik een Russische student die “apart” genoemd mag worden. Hij loopt vast in zijn scriptie doordat hij de eisen en begrenzingen van zijn opleiding niet accepteert. Dit komt vaker voor maar hij, laten we hem Ivan noemen, fluimt veelvuldig over de gebrekkige intellectuele vermogens van zijn begeleider, alle medewerkers van zijn opleiding en eigenlijk het gehele Nederlandse volk. Zijn genialiteit en Russische erfgoed worden onderdrukt door onze Westerse bekrompenheid. Deze mening steekt hij totaal niet onder stoelen of banken en hij wordt door menigeen ervaren als arrogant, bot en stuitend.
Het jongensprobleem
Masochisten
In een overleg op mijn universiteit werd een onderzoek besproken. Jongens en meisjes waren afzonderlijk geplaatst in een lege ruimte zonder afleiding en met enkel een apparaat waarmee ze zichzelf stroomstootjes konden toedienen. Het was dus een onderzoek naar verveling. Wat bleek? Jongens dienden zichzelf veel vaker stroomstootjes toe dan de meisjes. Deze uitkomst werd, in het door vrouwen gedomineerde overleg, wel zorgelijk gevonden. Ik kon het niet nalaten te roepen; “Het wordt steeds mooier! Waren wij mannen eerst de autisten en de AD(H)Ders, nu zijn we ook nog de masochisten!”. Er werd gelachen en aanvullende grappen gemaakt waarna we verder gingen met de agenda. Mijn opmerking was echter veel serieuzer bedoeld dan men dacht.
Oogkleppen
Het leren
Waarom leren we? Wat leren we? Hoe leren we en wanneer hebben we geleerd? Stel je deze vragen aan scholieren of studenten dan kun je vaak heldere antwoorden verwachten. We leren omdat het moet (leerplicht) of om later een goede baan te krijgen (papiertje). We leren feiten uit boeken en teksten die we vaak later niet nodig zullen hebben. We leren door deze boeken te lezen, samen te vatten en te herhalen. En we hebben goed geleerd wanneer we een voldoende halen voor een toets.
Topje van de ijsberg
“Ik heb vlak voor de toets een probleem. In eerste instantie gaat het goed maar vanaf de week ervoor maak ik mezelf helemaal gek van de stress.”
Gelijk en ongelijk
Deze student heeft in één ding gelijk. Ze maakt zichzelf inderdaad gek. Lezers van mijn essays weten inmiddels dat een toets niets veroorzaakt maar dat onze interpretatie van die toets van alles bewerkstelligt. Deze student heeft vanaf een bepaald moment allerlei negatieve gedachten over de toets. De spanning in haar lijf neemt toe en ze onderneemt allerlei activiteiten die haar in ieder geval niet geruststellen en waarschijnlijk nog meer doen stressen. Op deze manier maakt ze zichzelf gek.
Faalangst
Dit essay is eerder gepubliceerd in het blad Proviand
“To conquer fear is the beginning of wisdom”
Bertrand Russel
We kennen allemaal gevoelens van angst en stress. Het zijn geen abnormale gevoelens. Sterker nog; ze zijn doodnormaal en zinvol. Onze voorouders dankten hun voortbestaan aan het krijgen van stress tijdens de confrontaties met beren en sabeltandtijgers. Het gevoel is een deel van ons overlevingsmechanisme. Het zorgt ervoor dat we gevaar herkennen en op het juiste moment vechten maar ook op het juiste moment wegrennen en schuilen.
Meer dan de som der delen
Een speurtocht
Stel dat je meedoet aan een speurtocht. Een parcours is uitgestippeld door het bos waarbij honderden kledingstukken verspreid liggen. Het doel is om zoveel mogelijk verschillende items te verzamelen. Een deelnemer gebruikt een enorme rugzak en rent zo snel mogelijk over de paden. Elk kledingstuk dat hij tegenkomt, gooit hij achterover in zijn rugzak. Aan het eind van het parcours komt hij bij de spelleider. Deze wil beoordelen hoe goed hij het spel heeft gespeeld. De enthousiaste speler wil zijn rugzak uitstorten over de grond maar de spelleider houdt hem tegen. Als iedereen dat zou doen zou het een onoverzichtelijke chaos worden.
Ware wetenschappers
Opvattingen als minderwaardig
“Ja, maar dat vindt U. Dat is uw opvatting”. Deze reactie kreeg ik uit een zaal van ouders en docenten, toen ik onverwachts uitspraken deed over hun leerproblemen in plaats van die van hun kinderen en leerlingen. De rest van de zaal wachtte gespannen af hoe ik deze aanval zou pareren. Het enige wat ik zei was “ja, dat klopt”.
Dit was geen overgave als gevolg van een soort ontmaskering. Het ging mij precies hierom. We denken door uitspraken te bestempelen als persoonlijke opvattingen, dat we rake klappen uitdelen. De uitspraken kunnen dan geen overstijgende waarde hebben immers iedereen heeft opvattingen en “over smaak valt niet te twisten”. Ik beweer dat opvattingen het voornaamste zijn waar we over moeten twisten.