Dit essay is eerder gepubliceerd in het blad Proviand

“To conquer fear is the beginning of wisdom”

Bertrand Russel

We kennen allemaal gevoelens van angst en stress. Het zijn geen abnormale gevoelens. Sterker nog; ze zijn doodnormaal en zinvol. Onze voorouders dankten hun voortbestaan aan het krijgen van stress tijdens de confrontaties met beren en sabeltandtijgers. Het gevoel is een deel van ons overlevingsmechanisme. Het zorgt ervoor dat we gevaar herkennen en op het juiste moment vechten maar ook op het juiste moment wegrennen en schuilen.

Jagers en verzamelaars
Dit mechanisme was uiterst geschikt in de prehistorie maar de samenleving veranderde. We ontwikkelde ons van kleine groepen jagers en verzamelaars tot grotere gemeenschappen van landbouwers. We verruilden het nomadische leven voor permanente vestigingen waarbij de dagelijkse routines minder acuut levensbedreigend werden. Maar stressvolle situaties bleven bestaan. Naarmate onze gemeenschappen groeiden, bedachten we steeds meer regels en normen waar men aan moest voldoen. Je kon op allerlei manieren gezichtverlies lijden en zelfs verstoting riskeren. Dat laatste kon gelijk staan aan een doodvonnis.

Tegenwoordig zijn onze leefgemeenschappen nog veiliger maar onze beleving is niet veel veranderd. Acceptatie binnen de groep is niet meer letterlijk van levensbelang, maar de dreiging die acceptatie kwijt te raken, ervaren we nog steeds als heel stressvol en is misschien wel onze grootste angst. We zijn bang om tekort te schieten en daardoor onze plek in de maatschappij te verliezen en alleen en kwetsbaar achter te blijven. Ik kom deze faalangst dagelijks tegen in mijn praktijk.

Paniekaanvallen
Ik ken studenten die regelrechte paniekaanvallen krijgen bij de gedachte aan een naderend tentamen. Ze worden letterlijk misselijk bij het idee van een presentatie, hebben black-outs bij een mondeling en ongecontroleerde huilbuien bij een onvoldoende. Voor deze studenten zijn de beren uit het verleden vervangen door de tentamens, papers, stages, presentaties en scripties van tegenwoordig.
Meestal wordt de beleving inderdaad geuit als angst maar vaak genoeg krijg ik studenten met klachten van depressiviteit, motivatie tekort of diepe frustraties die mijns inziens ook voortkomen uit angst. En ondanks onze voortschrijdende inzichten en toenemende “beschaving” zijn we niet in staat dit te veranderen. Ik zie het eerder toenemen.

Complex
Hoe kan dat? Ik denk dat we onze eenvoudige oorsprong vergeten zijn. We denken ons razend snel te hebben onttrokken aan de “primitieve” behoeften van onze voorouders maar in werkelijkheid zijn we niet veel veranderd. Onze gemeenschappen zijn vele malen complexer geworden maar wij zijn nog steeds mensen die behoefte hebben aan kleine overzichtelijke groepen met heldere regels, duidelijke vrienden en vijanden en tastbare prestaties. Al deze zaken worden met de tijd juist steeds onduidelijker.

Keuzevrijheid
Niet zo lang geleden werden wij geboren binnen een levensbeschouwelijke zuil. Binnen deze zuilen bestonden helder afgebakende sociaaleconomische klassen waar men zijn hele leven in bleef. Voor een groot deel van de bevolking was het leven misschien hard maar het was ook duidelijk en veilig. Nu zijn de zuilen grotendeels verdwenen. Klassen bestaan nog steeds, maar niet in de zin dat je automatisch tot de ene dan wel een andere groep behoort. Je kunt je geboortesituatie ontstijgen door de keuzes die je maakt. Er is ook ontzettend veel te kiezen. Je kunt arbeider worden of intellectueel, manager of ondernemer, eigen baas of dienstverlener. De keuzevrijheid heeft er ook toe geleid dat groepen veel minder rigide gedefinieerd zijn en elkaar niet per definitie uitsluiten. Je kunt manager worden én eigen baas én dienstverlener en tegelijkertijd op de SP stemmen of de PVV.


Onveilig

Deze complexiteit maakt het voor mensen moeilijk om een veilige groep te vinden laat staan de regels voor acceptatie in die groep te herkennen. Wanneer ben je een intellectueel? Wat is het product van een manager? Wat is een typische SP-er? Tegelijkertijd is de verantwoordelijkheid om de juiste keuzes te maken sterk toegenomen. Je hebt immers de keuze. Kortom; de onveiligheid is enorm toegenomen.

Rol van het onderwijs
Maar wat heeft dit allemaal met onderwijs te maken? Genoeg! In deze lastige situatie lijkt het hoger onderwijs een belangrijke rol gekregen te hebben in het scheppen van orde. Het onderwijs heeft zo langzamerhand een alles overheersende zeggenschap gekregen over de toetreding tot bijna alle (beroeps)groepen. Voor elke groep worden de kaders bepaald en de toelatingseisen geformuleerd. Je kiest een opleiding en wanneer je aan alle verplichtingen voldoet, krijg je een diploma. Dit bewijs van vaardigheid verschaft, in beginsel, je toegang tot een betreffende groep.

Niet waarmaken
Deze rol van het onderwijs lijkt helder en prettig. De beroepsvelden worden gedefinieerd, de betreffende opleidingen geven begeleiding en de toelatingseisen zijn duidelijk; presteer voor elke opdracht boven een 5,5. Waarom bestaat er dan zoveel stress onder studenten? Misschien omdat het hoger onderwijs de rol van ordeschepper helemaal niet waar kan maken. Onderwijs is een afspiegeling van de maatschappij waardoor de toenemende onduidelijkheid ook in het hoger onderwijs terug te vinden is. De laatste jaren is er een ware explosie geweest van opleidingen. Velen zijn net zo vaag gedefinieerd als hun gerelateerde beroepenvelden in de maatschappij. Wat je er precies mee kunt worden is vaak volstrekt onduidelijk. Het is dan helemaal geen uitgemaakte zaak in welke groep je terecht zult komen wanneer je er mee klaar bent.

Cijfers
De beoordelingscijfers bevatten de enige duidelijkheid die overblijft. Met deze cijfers wordt de indruk gewekt dat de toetsen ondubbelzinnig kunnen bepalen of je capabel genoeg bent om toegelaten te worden tot het selecte gezelschap van de groep (vaag of niet). Studenten klampen zich eraan vast alsof het reddingsboeien zijn in een woeste zee. Het gevolg is dat het halen van een 4 niet de boodschap overbrengt dat er nog wat te leren valt. Integendeel, het staat gelijk aan te horen krijgen dat je een terminale ziekte hebt. Het is een stigma, een brandmerk. Je hebt niet alleen een onvoldoende. Je bent er ook een. In de beleving van sommige studenten dreigt hiermee een veilige haven voor altijd buiten bereik te blijven.

Hoop
Faalangst is dus net zo logisch en begrijpelijk als de levensreddende stress van onze voorouders. Toch is het geen kruis dat wij simpelweg moeten dragen. Er is hoop. We kunnen ons ontrekken aan die erfelijke belasting omdat de boodschap die het onderwijs overbrengt (wij bepalen wie faalt en faal je bij ons dan faal je onherroepelijk!) niet juist is. In 1998 won Geert van Kesteren de zilveren camera èn werd hij fotograaf van het jaar. Het was de eerste keer dat één persoon beide prijzen won. Hij had voor deze geweldige dubbelslag geen prestigieuze fotografieopleiding gevolgd. Hij was een bankmedewerker die op een dag besloot zijn baan op te zeggen en zich te wijden aan zijn hobby.

In 2007 won Donald Thompson de wereldkampioenschappen hoogspringen. Daarvoor heeft hij zich niet jarenlang onderworpen aan het regiem van een strenge hoogspring academie. Hij speelde basketbal en zag op een dag zijn neef hoogspringen. Hij zei dat hij het ook wel wou proberen en met een onmogelijke techniek sprong hij prompt over 2 meter. Anderhalf jaar later was hij kampioen. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw groeide Hamilton Naki uit tot één van de beste chirurgen van Zuid-Afrika. Had hij doorvoor de beste medische studie van het land succesvol doorlopen? Nee! Hij was tuinman zonder noemenswaardige opleiding.


Niet onherroepelijk

Deze voorbeelden laten zien dat geen enkele opleiding ondubbelzinnig en onherroepelijk kan bepalen wie wel en wie niet kan toetreden tot de groep van zijn keuze. In onze huidige maatschappij met al zijn onzekerheid en onduidelijkheid kunnen we juist concluderen dat het heel moeilijk is om echt te falen.
Ervaringen van heftige faalangst hebben vaak te maken met het idee dat het nu of nooit is. Als ik het nu niet kan laten zien dan mis ik voor altijd de boot. Daarnaast speelt het gevoel dat er maar één manier is om je doelen te bereiken. Als het niet op die manier lukt dan zal het op geen enkele manier lukken. Maar de bewegelijkheid van onze samenleving biedt vele mogelijkheden om je doelen te bereiken. Het is bijna nooit helemaal te laat en het kan bijna altijd op verschillende manieren. Misschien lukt het niet via de kortste weg en met de hoogste cijfers. Dat hoeft ook niet. Cijfers worden later nooit opgevraagd en vertragingen of omwegen zijn 5 jaar na dato een vage herinnering.


Flexibel en toeschietelijk

De voorbeelden zijn voor mij niet alleen toonbeelden van persoonlijke kracht en doorzettingsvermogen. Hun verhalen tonen een maatschappij aan waarin merkwaardige levenslopen worden toegelaten en geaccepteerd. Naki heeft door het Apartheidsregiem van toen misschien geen landelijke erkenning gekregen maar binnen een selecte groep werd hij zeer gewaardeerd en beloond. Onze maatschappij biedt ruimte voor vele vormen van persoonlijk succes en straft tijdelijk falen niet onherroepelijk af. Obstakels en vertragingen hoeven geen dreigingen te vormen. Het zijn eerder uitdagingen die we gerust kunnen aangaan in een samenleving die meer mogelijkheden biedt dan we meestal denken.