“Ik hoop dat ik het vol kan houden.”

Teleurstelling
Ik kreeg bovenstaande reactie onlangs van een student bij het afsluiten van een begeleidingstraject. Zijn opmerking bevatte veel twijfel over zijn vermogen om gemotiveerd, geconcentreerd en geïnteresseerd te blijven. Ik reageerde, enigszins vermoeid, met een voorspelbare wijsheid; “Je moet het uiteindelijk gewoon doen”.

Teleurstelling overviel me. Voor een deel was dat aan de student te wijten. Zijn uitspraak maakte duidelijk dat hij de boodschap van mijn begeleiding nog steeds niet begreep. Maar ik was ook teleurgesteld in mezelf omdat ik hem dreigde weg te sturen met een vreselijke oneliner. Het klinkt als een vanzelfsprekende waarheid maar deze opmerking staat eveneens haaks op mijn eigen centrale boodschap:

Leren is niet iets dat we doen, het is iets dat we zijn.

Leren is alles
Deze formulering lijkt misschien een beetje dramatische maar dat is niet mijn opzet. Ik geloof elk woord ervan. Ik heb vaker gesteld dat wij continu lerende wezens zijn. We roepen voortdurend geheugenconstructen op om situaties te interpreteren en we passen deze constructen aan indien relevante nieuwe gegevens verschijnen die dat noodzakelijk maakt. Zo leren wij.
We hebben geheugenconstructen voor ALLES en over ALLES wat we meemaken. Ze bevatten feiten, overtuigingen, handelingen en gevoelens (zie ook mijn essay; Wat is begrijpen? 10 mei 2010). Ze bepalen onze kijk op de wereld en ons functioneren erbinnen. In mijn boek vergelijk ik leren met ademhalen. Het vindt voortdurend plaats zonder dat we er erg in hebben en zonder dat we het kunnen laten.

Voortdurende gemoedstoestanden
Als we ons niet aan het leren kunnen onttrekken dan kunnen we de gemoedstoestanden die ervoor nodig zijn, zoals aandacht, interesse en concentratie, ook niet tegenhouden. Deze toestanden hoeven zelfs niet bewust ervaren te worden. We kennen allemaal de situatie waarin we driftig in gesprek zijn in een café vol met kwekkende mensen. Plotseling horen we onze naam boven het tumult. In werkelijkheid heeft de roep niet meer decibel dan de andere geluiden. Het lijkt zo omdat we altijd onbewust aandacht hebben voor onze eigen naam. Er zijn ook voorbeelden van subliminaal leren. Bepaalde visuele en auditieve prikkels komen bij ons binnen op een golflengte die wij niet bewust ervaren. Het blijkt uit onderzoek dat we ze toch opslaan wat betekent dat wij er onbewust aandacht, interesse en concentratie voor hebben. We negeren immers talloze andere subliminale prikkels.

Kortom: Je kunt onder normale omstandigheden geen volledige ongemotiveerdheid, ongeïnteresseerdheid en ongeconcentreerdheid bereiken. Net zo min als je kunt ophouden met ademhalen. Je kunt wel ongemotiveerd zijn om een bepaald iets te doen maar dan ligt je motivatie ergens anders (bijvoorbeeld om op de bank te liggen). Je kunt ook ongeïnteresseerd zijn in iets specifieks maar dan ligt je interesse ergens anders (bijvoorbeeld om chips te eten en TV te kijken) en hetzelfde geldt voor je concentratie.

Geen zombies
Met mijn advies aan de student om “het gewoon te doen”, suggereer ik dat hij zijn gedrag volledig kan loskoppelen van zijn gemoed om desnoods zombieachtig te handelen. Dat is natuurlijk een aantrekkelijke gedachte voor elke student met tegenzin (ook trouwens voor elke docent, trainer en ouder!), maar ik denk dat het onmogelijk is. Of beter gezegd; ik denk dat het niets oplevert behalve zombieachtig gedrag. Het is maar de vraag hoelang iemand dat kan volhouden. Nog belangrijker is dat de persoon in kwestie niets zal leren. Een zombie kan namelijk niets ervaren en dus ook geen geheugenconstructen opbouwen. En zo wordt mijn primair doel, namelijk dat de student leert, met mijn advies volledig ondergraven.

De vergissing
De student die het “hoopt vol te houden” vergist zich ook. Hij is geen slaaf van een zelfstandig en grillig opererende gemoedstoestand. Zijn gevoel en gedrag staan niet los van elkaar of los van hem als bepaler van zijn pad. Hij heeft immers de koers bepaald door bewust voor zijn studie te kiezen.
Studenten klagen geregeld over ongemotiveerdheid. Maar wanneer ik hen adviseer om er dan maar mee te stoppen, reageren ze altijd met “Ja maar, ik vind de studie zo leuk en ik wil door”. Ze zijn dus weldegelijk gemotiveerd maar door tegenslag of een verkeerde inschatting van zaken, zijn ze in verwarring geraakt.

De verwarring
Je kunt zeggen dat deze studenten geheugenconstructen proberen te gebruiken die niet werken. Ze weten niet waarom dat zo is of wat ze eraan moeten doen. Hierdoor kunnen ze geen effectieve aanpassingen maken (vandaar de verwarring). Wanneer dit lang aanhoudt is het mogelijk dat ze hun gedachten, gedragingen en gevoelens niet meer als een samenhangend geheel ervaren waar zij de regie over hebben. Als reactie proberen ze vaak zelf al zombieachtig “te doen” maar bijten daar juist hun tanden op stuk. Ze ervaren grillige emoties die een eigen leven lijken te leiden en vertrouwen op een gegeven moment hun beoordelingen niet meer (Kan ik dit wel? Wil ik dit wel?).

Zand in de machinerie
Iemand die zich voortdurend afvraagt of hij gemotiveerd zal blijven of iets gaat begrijpen of iets leuk zal vinden, gooit zand in het doorgaans geoliede machinerie van het leerproces. Dergelijke twijfels worden meestal niet weggenomen door telkens het proces stil te leggen, zogenaamd afstand te nemen en de situatie te analyseren. De conclusies zijn bijna nooit “ja, ik wil het!” of “ja, ik kan het!”. De twijfel neemt eerder toe omdat men stilstaat. In het gangenstelsel van je eigen hoofd kan een fluisterende twijfel uitgroeien tot een schreeuw. Niet omdat je van nature onzeker bent maar omdat je jezelf onzeker maakt door het leerproces stil te leggen!

Verantwoordelijkheid en vertrouwen
Men dient het leerproces in beweging te houden door te blijven handelen en te blijven ervaren. Dat moet niet gezien worden als het galopperen op een wild paard zonder ook maar een moment van rust te nemen. Binnen dit metafoor moet men zich vergelijken met de ruiter op een paard waar hij (deels) controle over heeft. Een goede ruiter vertrouwt daarnaast ook op de capaciteiten en beoordelingsvermogen van zijn paard. Het is namelijk gemaakt om te lopen en te springen.

Vertaalt naar het leerproces betekent dit dat gevoelens, gedachten en gedragingen in principe op elkaar afgestemd zijn en met elkaar meebewegen. We kunnen daarop vertrouwen. Motivatie verdwijnt niet zomaar wanneer je met activiteiten bezig bent die voortvloeien uit een bewuste keuze, gericht op het bereiken van wenselijke doelen. De keerzijde van dit vertrouwen is een verantwoordelijkheid. Een student kan niet volhouden dat hij zijn studie leuk vindt als hij voortdurend uitstelt en hij kan niet voortdurend uitstellen als hij echt zijn studie leuk vindt.

Wanneer een student de bewuste keuze maakt om te studeren dient hij de committent op te brengen om zijn denken, doen en voelen, onderling verenigbaar te maken en te houden. Met andere woorden: doe iets met overgave of doe het niet, maar doe het niet halfslachtig. Ook deze uitspraak is niet bedoeld als platitude. Het wezenlijke van ons functioneren wordt ermee beschreven.

Flow
De ultieme leerervaring wordt vaak aangeduid met de term “flow”. Het concept is bedacht door de psycholoog Mihaly Csiksentmihalyi en beschrijft een toestand van optimaal functioneren. Je geheugenconstructen zijn zo goed afgestemd op je situatie dat je volledig opgaat in het leerproces. Er is sprake van opperste concentratie en aandacht waarbij zelfs je zelfbewustzijn verdwijnt. De ruiter en paard versmelten bij wijze van spreken tot een centaur.

Het verlies van zelfbewustzijn is eerder logisch dan verbazingwekkend. Het ego is soms een uitstekende raadgever maar zit even zo vaak in de weg. Het is prima om je af en toe af te vragen of je goed bezig bent maar zodra je bewust gekozen hebt, dien je de teugels van het paard te vieren en het beest lekker te laten rennen. Ga op in het proces. Niet als een zombie maar juist het tegenovergestelde, als een briesende centaur die geniet van de wind en de kracht van zijn hoeven. Zet al je zintuigen open en doe waar je voor gemaakt bent.