Essay geplaatst in Abacus (oktober 2012), blad van de oudervereniging van het Stedelijke Gymnasium Arnhem met als thema Groei.

Er zijn weinig thema’s te vinden die mij als onderwijspsycholoog meer aanspreken dan “Groei”. Het is de meest wenselijke beschrijving van het leerproces die ik kan bedenken. De term impliceert een gerichtheid op en verlangen naar beter, sterker, effectiever. Dit sluit aan bij mijn overtuiging dat we allemaal willen leren om steeds vaardiger te worden binnen onze leefomgeving. Wij en onze kinderen willen doelen bereiken, grenzen verleggen en capabeler worden.

De term “groei” benadrukt ook het perspectief van de persoon zelf en niet alleen het perspectief van derden zoals ouders, docenten en schoolbesturen. Het is een leerpsychologisch gegeven dat elk individu de regisseur is van zijn eigen leerproces. Het klink cliché maar het kind staat centraal. Het kind kan alleen “groeien” wanneer het geïnternaliseerde doelen realiseert en niet onze doelen krijgt opgelegd. Echt leren is altijd een persoonlijk leren.

Groei benadrukt daarnaast de natuurlijke aard van het leren. Het gaat vanzelf. We leren veelal op een onbewuste manier die net zo frequent en constant is als ademhalen. We doen het niet alleen, het is een kenmerkend onderdeel van wat we zijn.
Je zou haast denken dat een beroep als onderwijspsycholoog onzinnig is als het leren ons zo goed afgaat. We hebben toch niemand nodig om ons te leren ademhalen? Helaas worstelen heel veel mensen met het leerproces en hebben anderen moeite met het begeleiden ervan.

Eén probleem is dat onze leefomgeving niet eenduidig is. Kinderen hebben te maken met thuis, school, sport en hobby’s. Dit zijn omgevingen die gevuld zijn met eisen van leraren, verwachtingen van medeleerlingen, wensen van ouders, broers, zussen, vrienden, teamgenoten. Het kind wordt geconfronteerd met allerlei taken en regels. Elke situatie vergt andere vaardigheden omdat telkens andere dingen belangrijk zijn. Het is mogelijk capabeler te worden in één situatie terwijl dit negatieve consequenties kan hebben voor een andere situatie. Het kind moet keuzes maken, doelen stellen en belangen afwegen.

Wij stellen eisen aan onze kinderen en leerlingen vanuit het idee dat we weten wat nodig is om vaardiger te worden. Dit zijn meestal terechte eisen maar we vergeten vaak dat het kind deze eisen moet begrijpen en accepteren èn moet incorporeren in zijn eigen doelen. Nogmaals, iemand groeit (leert) pas als hij of zij zijn persoonlijke doelen realiseert.
Hierin schuilt een ander groot probleem. In deze ingewikkelde tijden met allerlei verschillende situaties met verschillende regels en eisen is het heel moeilijk voor het kind om zich regisseur te voelen van het eigen leerproces. Het gevolg kan zijn dat gevoelens van twijfel, falen, frustratie, apathie of stress de kop opsteken.
In onze huidige complexe samenleving is het leren ingewikkeld geworden, of beter, we hebben het ingewikkeld gemaakt. In onze fixatie op externe eisen hebben we uit het oog verloren dat leren persoonlijk en ambitieus is en verbonden dient te zijn aan een persoonlijke regisseurschap. Het is één van de grootste uitdagingen voor ons als ouder en begeleider om het kind te helpen in zijn groei door richting te geven aan zijn leerproces. Het kind zal daarbij voortdurend geholpen moeten worden om zijn weg te zoeken tussen de eisen van de omgeving en de eigen wensen.

Op 6 november geef ik een lezing aan ouders van het SGA over dit thema.