Een oprechte verkenning

Een vraag die begint met “waarom?” is misschien wel de meest waardevolle type vraag die er bestaat. Het gaat niet om de existentiële vraagstuk van waarom wij hier op aarde zijn of waarom we bestaan. Dergelijke vragen zijn leuk om over te filosoferen maar helpen ons doorgaans weinig in de praktijk van alle dag. Het gaat ook niet om de enigszins onoprechte vragen die studenten wel eens stellen zoals “waarom krijg ik in hemelsnaam dit stom vak?”. Degene die deze vraag stelt heeft een houding van verzet en gebruikt de vraag oneigenlijk, zonder interesse te hebben in het antwoord. De waarde van “waarom” zit in ons vermogen om met die vraag een onderwerp diep te verkennen, mits het concreet geformuleerd is en met oprechtheid gesteld wordt. De basis vorm is telkens; “Waarom is A het geval?”.

Eigen beweegredenen

Een oprechte “waarom?” krijgt meestal niet de aandacht die het verdient. In de hectiek van alle dag wordt de vraag verdrongen door praktische vragen zoals hoe- wat- waar- wie en wanneer? Wat is de snelste route van A naar B? Welk vervoermiddel moet ik daarvoor nemen? Hoe neem ik die? Waar moet ik rekening mee houden? Het zijn allemaal begrijpelijke vragen die ons inderdaad kunnen helpen om snel van A naar B te navigeren. Hun relevantie hangt echter af van het antwoord op een andere vraag; waarom wil ik de snelste route nemen? Deze vraag doet mij stilstaan bij mijn beweegredenen. Het kan zijn dat het antwoord mijn initiële ambitie kracht bij zet. Misschien dreig ik te laat te komen voor een belangrijke afspraak wat de zoektocht naar de snelste route legitimeert. Het is ook mogelijk dat ik aan het denken wordt gezet en tot andere conclusies kom die kwalitatief beter (voor mij) zijn. Ik kan gaan realiseren dat ik telkens zoek naar de snelste route omdat ik altijd op het laatste moment vertrek wat mij veel vervelende stress bezorgt. Eigenlijk wil ik van die stress af en leuke omwegen kunnen mij misschien daarbij helpen.

De student die zich afvraagt waarom hij dat vak krijgt kan de vraag ook aan zichzelf richten; “waarom volg ik dit stom vak?” of “waarom vind ik dit een stom vak?”. Hij kan tot de conclusie komen dat hij heel graag wil afstuderen, niet om het betreffende vak heen kan en zich dus zal moeten vermannen. Hij kan ook tot het besef komen dat hij onvoldoende van het vak afweet om het predicaat “stom” te rechtvaardigen. Een verdere verkenning laat misschien zien dat het vak wel meevalt of zelfs interessant is. Telkens werpt de vraag “waarom?” ons terug op onze beweegredenen en bieden de antwoorden ons de mogelijkheid om  effectiever en kwalitatief beter te handelen.

Beweegredenen van anderen

De waarde van de waarom-vraag beperkt zich niet alleen tot het beter begrijpen van onze eigen beweegredenen maar reikte ook tot de beweegredenen van anderen en zelfs tot redenen in het algemeen. Het is voor studenten belangrijk om te beseffen dat een vak niet zomaar uit de lucht komt vallen. Het is gemaakt door mensen die specifieke leerdoelen in gedachte hebben. De student kan die doelen verkennen met vragen als “waarom is dit vak in de opleiding opgenomen?”, “waarom worden precies deze onderwerpen behandeld?”, “waarom worden die opdrachten eraan gekoppeld?”.  Met deze vragen zoekt de student gericht naar de logica waarmee de docent zijn keuzes  heeft gemaakt in het construeren van het vak. Het vinden van die logica levert snel winst op doordat de student met die inzichten beter in staat zal zijn om verbanden te leggen en te anticiperen op wat gaat komen. Beide vaardigheden zijn essentieel in het leerproces.  

De wereld om ons heen

“Waarom?” is uiteindelijk ook relevant buiten alle menselijke beweegredenen om. Elk proces of fenomeen in de wereld heeft zijn redenen oftewel logica. Waarom heeft bijna alle bladgroei een groene kleur? Waarom krijgen hele groepen mensen dezelfde ziekte? Waarom warmt de aarde verder op? Waarom hebben niet alle landen een democratisch bestel? Telkens hebben deze vragen een zoektocht geïnitieerd naar een onderliggende logica. Al dit soort zoektochten hebben geleid tot de wetenschappelijke inzichten die we nu hebben en zijn begonnen met een simpele “waarom?”.  Wij, als ware wetenschappers in het dagelijks leven (zie ook mijn essay Ware wetenschappers), kunnen even effectief gebruikmaken van dit instrument om inzicht te creëren in onze directe omstandigheden. Deze type vraag is met name krachtig gereedschap wanneer iets misgaat of tegen zit.

De filosoof en schrijver Robert Pirsig schreef in zijn beroemde werk “Zen en de kunst van motoronderhoud” dat een schroef in de kap van een motorblok niet relevant is totdat het afbreekt waardoor de kap er niet af kan. Het verwijderen van de kap is nodig om de motor te repareren. Hierdoor is het belangrijk om te achterhalen waar die schroef precies voor diende (waarom zat die schroef daar?). Zonder inzicht in de reden voor de schroef en de functie ervan kunnen onze acties onbedoeld nog meer ellende veroorzaken. Als ik de afgebroken schroef negeer en vervolgens met geweld de kap eraf trek dan krijg ik het er misschien nooit meer op of maak ik nog meer stuk.  

Een theorie als een motorblok

Een student die een bepaalde theorie niet begrijpt of opdracht niet kan maken zou de situatie op een vergelijkbare manier moeten benaderen als de motorrijder van Pirsig. Elke theorie is analoog aan een soort motorblok met bewegende delen die samen een functioneel geheel vormen. Het leerproces kan gezien worden als het uit elkaar halen en in elkaar zetten van deze machine. De vraag “waarom begrijp ik dit niet?” is een goed begin van onderzoek mits het individu beseft dat de theorie allerlei onderdelen bevat die zich tot elkaar verhouden. Een verkenning van het probleem brengt de student, als het goed is, naar een specifiek onderdeel van de theorie dat verwarrend is. Meestal gaat het om een concept of een relatie. Dit is de schroef. Waarom bestaat dat onderdeel? Wat is de functie ervan? De antwoorden kunnen de student helpen om het onderdeel te begrijpen en uiteindelijk de theorie te doorgronden.

Een wisselwerking

Tot nu toe heb ik de waarom-vraag gescheiden van vragen als “wat”, “hoe”, “wanneer” enzovoort. De scheiding is belangrijk omdat deze vraag zich op een hoger niveau bevindt dan de andere vragen. Zoals eerder vermeld wordt de relevantie van “wat”, “hoe” en “wanneer” bepaald door het antwoord op “waarom”. Het is echter niet een simpele top-down proces. In de feitelijke praktijk van kennisverwerving is er een wisselwerking tussen de verschillende niveaus van vragen. “Waarom?” kan niet volledig beantwoordt worden zonder de andere vragen aandacht te geven. Om de functie van een onderdeel te achterhalen kunnen vragen over de eigenschappen ervan (de afmeting, vorm, gewicht, materiaal enz.) noodzakelijk zijn.

Een student kan binnen zijn studie zich afvragen waarom een bepaald vak gegeven wordt. De officiële leerdoelen van het vak geven een eerste antwoord maar deze doelen kunnen op voorhand meestal onvoldoende goed geïnterpreteerd worden. Voor echt begrip van de leerdoelen en van het vak zelf dient de student het vak daadwerkelijk te volgen en de verschillende onderdelen ervan (theorieën, casussen, criteria, opdrachten enz.) actief terug te koppelen aan die leerdoelen. Het gaat zoals eerder gesteld om het leggen van verbanden en anticiperen op wat er gaat gebeuren. Dit deductief-inductief proces is de essentie van kennisverwerving (zie ook mijn essay Welbevinden, een merkwaardige lus).

Top-down Bottom-up approach

Onderliggende logica oftewel causaliteit

Verbanden leggen en anticiperen zijn niet alleen essentiële vaardigheden in het leerproces en voor hoogwaardige kennisverwerving. Ze zijn onmisbaar voor ons dagelijks functioneren. We zoeken verklaringen voor wat we meemaken zodat we uiteindelijk meer voor elkaar krijgen. De natuurkundige David Deutsch stelt dat verklaringen altijd beschrijvingen zijn van processen die we niet kunnen waarnemen. Wanneer B vlak na A in beweging komt is er in eerste instantie alleen sprake van een correlatie. Er zijn twee verklaringsmogelijkheden. Er is sprak van toeval of van een onbegrepen verband tussen beide zaken. Correlaties zijn in zichzelf weinig interessant omdat we met dergelijke inzichten het verschijnsel niet naar onze hand kunnen zetten. We kunnen pas betekenisvol ingrijpen wanneer we de onzichtbare draad vinden die A en B verbindt, de causaliteit hebben doorgrond. Deze zoektocht start altijd met “waarom” en kan uitmonden in “hoe”, “waarmee” e.d. maar pas als de waarom-vraag is beantwoord kunnen we betekenisvol ingrijpen.

Verbondenheid

Ik heb vaker aangegeven dat een scriptie schrijven de ware proeve van academische bekwaamheid is (Het meest recent in mijn boek Betekenisvol bouwen). Het is de meest uitgewerkte versie van het leerproces dat wij kennen in het regulier onderwijs. Mijn scriptie studenten worstelen vaak met de sprong tussen het beschrijven van zaken en uitleggen wat ze betekenen. Wie heeft wat gezegd? Wat zijn de kenmerken van welke theorie? Wat voor casussen worden daarbij vermeld? Dit zijn relatief eenvoudige vragen waarvan de antwoorden in zichzelf weinig meerwaarde hebben. Waarom zijn de uitspraken, kenmerken en casussen relevant? Die vraag bevindt zich op een heel ander niveau en het antwoord schept een betekenis die de andere vragen niet kunnen genereren. De persoon die de waarom-vraag oprecht stelt is verbonden met de inhoud op een manier die anderszins niet mogelijk is.