Een merkwaardig verschijnsel
Mijn vraag komt voort uit een verschijnsel dat ik regelmatig meemaak. Een student zegt een standpunt, advies of strategie te begrijpen om er vervolgens niet naar te kunnen handelen. “Ik snap hoe ik moet plannen alleen lukt het me telkens niet de planning uit te voeren.” of “Ik begrijp de methoden van strategisch lezen maar het lukt me niet om zinnen over te slaan.” of “Ik begrijp dat het stom is om te denken dat ik zeker een onvoldoende ga halen maar ik kan er niets aan doen.”

Wat betekenen al deze vormen van begrijpen als de betreffende mensen er niets mee kunnen doen? Hun opmerkingen zouden logisch zijn wanneer ze “het” begrijpen maar tegelijkertijd verwerpen als ongeldig of niet van toepassing op hun situatie. Dat is een legitieme en gebruikelijke reactie. Soms gebeurt de afwijzing heel expliciet met “ik begrijp wat u zegt maar ik geloof het niet.” en soms gebeurt het wat meer impliciet waarbij de bekende “Ja, maar….” wordt gebruikt.

De studenten uit mijn voorbeelden aanvaarden de betreffende adviezen en technieken wèl als geldige ideeën. Ze zeggen de informatie te begrijpen en daadwerkelijk in de praktijk te willen brengen. Het lukt ze alleen niet, ondanks het begrip en de acceptatie van het materiaal. En dat is heel merkwaardig.

Verschillende niveaus van begrijpen
Er zijn blijkbaar verschillende niveaus van begrijpen. Binnen het onderwijs wordt de taxonomie van Benjamin Bloom (Taxonomy of educational objectives,1956) veelal gebruikt om de niveaus te onderscheiden. Zijn taxonomie geldt al decennia lang als maatgevend om de ontwikkeling in cognitieve beheersing te beschrijven:

Cognitief begrijpen (Bloom’s taxonomie)

  1. Kennen = In staat om informatie te herkennen en/of reproduceren
  2. Begrijpen = In staat om informatie mentaal te (re)organiseren
  3. Toepassen = In staat om informatie in de praktijk te brengen
  4. Analyse = In staat om processen uiteen te zetten in oorzaken, gevolgen,
    regels en uitzonderingen enz.
  5. Synthese = In staat om originele en creatieve verbanden te formuleren
  6. Evaluatie = In staat zijn de waarde van een idee, toepassing of oplossing te bepalen

Cognitief begrijpen is onvoldoende
Bloom’s uiteenzetting is waardevol maar blijkt in de praktijk vaak onvoldoende om bepaalde hardnekkige leerproblemen inzichtelijk te maken. De theoretische informatie voor bijvoorbeeld het maken van een planning, is vrij eenvoudig. Het is niet te vergelijken met ingewikkelde materie zoals de relativiteitstheorie van Einstein. Een student kan zich dus vrij snel de verschillende cognitieve niveaus eigen maken. Toch begeleid ik genoeg studenten die alle stappen in het maken en uitvoeren van een planning kunnen doorlopen en nog steeds niet in staat zijn om er één zelf na te leven. Ze kunnen de stappen theoretisch doorlopen. Die nuance legt het probleem bloot. Alle niveaus hebben een theoretisch karakter. Ze nemen, weliswaar, in complexiteit toe maar dat hoeft niet te resulteren in het feitelijk kunnen toepassen van de informatie. De toepassing vloeit niet automatisch voort uit een steeds diepere theoretische ontleding en analyse van de stof.

Begrijpen is veranderen
Ik heb, in een eerder blog (niets is praktischer dan een goede theorie), het leren gelijkgesteld aan veranderen. Iets nieuws begrijpen is dus ook een vorm van veranderen. Hierbij wijzigt onze beleving. De beleving valt uiteen in wat we denken (gedachten), doen (gedrag) en voelen (gevoel). Deze drie onderdelen vormen een onlosmakelijke eenheid.

 

 

 

 

 

 

Bloom’s taxonomie heeft alleen betrekking op gedachten. Er worden geen uitspraken gedaan over ons gevoel en gedrag. Het gevolg is dat het doorlopen van de cognitieve niveaus van beheersing geen verandering van beleving teweeg hoeft te brengen wanneer de andere twee onderdelen onaangeroerd blijven.

Aanvullende taxonomieën
De beperkingen van de cognitieve taxonomie werd vrij snel onderkend en leidde tot een aanvullende taxonomie voor het gevoel dat is uitgewerkt door David Krathwohl (Taxonomy of educational objectives: Handbook II: Affective domain, 1964). Ik beschouw deze taxonomie als een uiteenzetting van de verschillende niveaus van affectief begrijpen:

Affectief begrijpen (Krathwohl’s taxonomie)

  1. Ontvangen = Bewust zijn van het bestaan van bepaalde ideeën.
  2. Reageren = Blijk van erkenning geven aan de ideeën in de vorm van een
    (minimale) respons.
  3. Waarderen = Openlijk bereid zijn de ideeën als waardevol te beschouwen.
  4. Organiseren = Bereid zijn de ideeën te koppelen aan bestaande persoonlijke ideeën/filosofieën tot een harmonieus geheel.
  5. Karakteriseren = Persoon gedraagt zich consequent conform de
    geïnternaliseerde ideeën

Er is een derde taxonomie die het plaatje kompleet maakt. Anita Harrow (A taxonomy of the psychomotor domain, 1972) heeft zich geconcentreerd op de niveaus binnen de psychomotoriek. Zij richt zich sterkt op bewegingen maar ik vind de beschreven niveaus bruikbaar voor alle terreinen van gedrag. Haar taxonomie beschrijft voor mijn dan ook de niveaus van gedragsmatig begrijpen:

Gedragsmatig begrijpen (Harrow’s Taxonomie)

  1. Reflex gedrag = Reacties op stimuli zonder bewust leerproces (bv.
    spierspanning, lichaamshouding)
  2. Basaal gedrag = Combinaties van complexe reflexbewegingen (bv.
    lopen, rennen, zit- of schrijfhouding)
  3. Bewust gedrag = Stelt de persoon in staat om aanpassingen in
    bewegingen te maken voor complexere prestaties (bv.
    touwtje springen, bal vangen en teruggooien,
    schrijven en typen)
  4. Fysieke activiteiten = Fysieke prestaties die een mate van kracht,
    doorzettingsvermogen, precisie, concentratie enz.
    vergen (bv. sporten, aantekeningen maken)
  5. Vaardig gedrag = Persoon beschikt over een hoge mate van vaardigheid
    (bv. sporten op niveau of een effectieve mindmap
    maken)
  6. Fysieke expressie = Persoon beschikt over een persoonlijke stijl

Het verschijnsel wordt begrijpelijker
De aanvullende taxonomieën voor gevoel en gedrag maken de problemen van mijn studenten begrijpelijker. Een student kan op cognitief gebied een hoge mate van beheersing bereiken en tegelijkertijd affectief en gedragsmatig tekort schieten. Welke niveaus van begrijpen worden zichtbaar met de uitspraak “Ik begrijp hoe ik moet plannen alleen lukt het me telkens niet de planning uit te voeren.”?

  1. Op cognitief gebied heeft de student waarschijnlijk het niveau van toepassen bereikt in de veronderstelling dat, dat genoeg zou zijn. Maar dat is onvoldoende omdat hij dan alleen theoretisch in staat is de planning uit te voeren. Zoals eerder gezegd is dat niet hetzelfde als feitelijk, in de eigen omgeving, een planning uitvoeren. Bloom gaf destijds ook aan dat de niveaus van analyseren, synthetiseren en evalueren noodzakelijk zijn om werkelijke transfer te realiseren. De student moet deze niveaus beheersen om de planningstechnieken te vertalen naar zijn persoonlijke situatie. Ik ben van mening dat er tegelijkertijd een affectieve en gedragsmatige ontwikkeling nodig is om deze niveaus van cognitieve beheersing te bereiken.
  2. Op affectief gebied komt de student niet verder dan waarderen. Hij accepteert de geldigheid van de technieken en beschouwt ze van waarde. Dat is echter nog ver verwijderd van de laatste twee affectieve niveaus. De informatie moet gekoppeld worden aan een bestaande persoonlijke visie (niveau 4) en het liefst zodanig geïnternaliseerd worden dat het onderdeel wordt van zijn persoonlijke waarden (niveau 5). Pas wanneer de informatie gekoppeld wordt aan het “ik” zal de student zich committeert aan de opgedane kennis.
  3. Op gedragsmatig gebied is deze persoon misschien wel het zwakst ontwikkeld. In mijn ervaring komen dergelijke studenten vaak niet verder dan het tweede (deels derde) niveau. Ze maken aan de hand van eenvoudige reflectie een basale planning die meestal totaal niet aansluit bij hun werkelijke activiteiten. Bij de minste tegenslag passen ze geen reflectie toe maar gooien ze meteen de handdoek in de ring. De planning wordt niet beschouwd als een fysieke activiteit die doorzettingsvermogen, precisie en concentratievermogen vereist (niveau 4). Laat staan dat het onderdeel zou kunnen worden van een persoonlijke stijl (niveau 5).

Mijn stelling
Mijn stelling is dat werkelijk hoogwaardige “begrip” tegelijkertijd cognitief, affectief en gedragsmatig gerealiseerd moet worden. Om iets te begrijpen moeten wij bereid zijn te veranderen. Dat hoeft helemaal geen “extreme makeover” type verandering te zijn waarbij wij radicaal moeten breken met ervaringen uit het verleden. De meeste veranderingen merken we niet eens op omdat ze onderdeel zijn van een natuurlijke en onbewuste ontwikkeling. Maar hoe radicaal of subtiel de verandering ook moet zijn, het is volgens mij onmogelijk iets nieuws cognitief echt te begrijpen en vervolgens affectief en gedragsmatig onveranderd te blijven.
Conclusie: de bovengenoemde studenten hebben het helemaal niet begrepen.